Wanneer een kindje overlijdt tijdens of vlak na de geboorte, gaat de aandacht vaak vanzelfsprekend naar de moeder. Maar ook vaders verliezen een kind. Hun pijn is soms stiller, maar daarom niet minder groot.
Toen ons kindje overleed tijdens de geboorte, veranderde mijn hele wereld.
Ik werd vader, maar tegelijk verloor ik mijn kind. Voor veel mensen om ons heen leek vooral mijn vrouw degene die rouwde. Zij had ons kindje in haar buik gedragen, zij had de pijn van de bevalling gevoeld, en zij had die leegte in haar armen toen ze naar huis ging zonder baby. Dat vonden mensen zo heftig en dat is ook heftig. Maar daardoor werd mijn verdriet vaak over het hoofd gezien.
Ik kreeg opmerkingen als: “Je moet nu sterk zijn voor haar.” Of: “Jij hebt het kindje toch niet echt gekend.” Het voelde alsof ik er niet helemaal bij hoorde. Alsof mijn rouw niet even echt was.
Maar ik kende ons kindje wél. Niet zoals mijn vrouw, maar ik had al maandenlang dromen, plannen, verwachtingen. Ik had een wiegje in elkaar gezet. Ik had tegen de buik gepraat. Ik had me voorgesteld hoe ik hem of haar later zou leren fietsen, naar school zou brengen, of samen zou lachen om kleine grapjes. En toen dat allemaal wegviel, viel ook mijn wereld in stukken.
Rouw is voor vaders vaak stiller.
Ik merkte dat ik niet goed wist hoe ik mijn gevoelens moest uitspreken. Als ik huilde, kreeg ik snel de vraag of het wel ging met mijn vrouw. Als ik probeerde te vertellen over mijn verdriet, zeiden mensen vaak: “Jullie zijn nog jong, er komt vast nog een kindje.” Maar ik wilde het hebben over dit kindje. Over wie er niet meer was. Soms voelde ik me bijna schuldig om mijn eigen pijn. Alsof ik geen recht had om kapot te zijn, omdat ik ons kind niet had gedragen. Maar rouw kent geen rangorde. Vader of moeder het verlies van een kind grijpt je bij de keel.
Wat mij hielp, was praten met andere vaders die ook een kindje verloren hadden.
Pas toen merkte ik dat mijn gevoelens normaal waren. Dat er meer mannen zijn die zich onzichtbaar voelen in hun rouw. Die van buiten sterk lijken, maar van binnen net zo gebroken zijn. Langzaam durfde ik mijn plek als rouwende vader meer in te nemen. Ik schreef een brief aan mijn kind, waarin ik alles vertelde wat ik nog had willen meemaken. Ik begon er thuis vaker woorden aan te geven, ook al voelde dat soms onhandig. En ik liet mensen weten dat ook ík verdriet had, dat ik niet alleen de “steun” was, maar ook degene die steun nodig had.
Mijn wens is dat we meer oog krijgen voor vaders in dit soort situaties. Een vader rouwt niet minder, hij rouwt misschien anders. Zijn pijn is niet altijd zichtbaar, maar daarom niet minder groot. Als iemand in jouw omgeving een kindje verliest, denk dan ook aan de vader. Vraag hem hoe het met hém gaat. Geef hem ruimte om te praten, of juist om stil te zijn. Want ook hij heeft een kind verloren.
Ik ben vader. Niet alleen van een kind dat er wél is, maar ook van een kind dat er niet meer is. En dat blijft zo, mijn hele leven lang.