Mijn zoon verdronk op 7 augustus.
Hij was acht jaar oud. We waren bij het recreatiemeer waar we al jaren kwamen. Hij kende het daar goed. We gingen er elke zomer heen, vaak meerdere keren per week. Het was een gewone dag, niks bijzonders. De zon scheen, er waren andere gezinnen, er hing een ontspannen sfeer.
Hij ging het water in samen met zijn vriendje. Ik zat op mijn handdoek, met zicht op het water. Hij had een duikbril op en vond het leuk om steentjes van de bodem te halen. Gewoon dat eindeloze spelen zoals kinderen dat kunnen — honderd keer heen en weer.
Op een gegeven moment stond hij nog bij de kant. En toen niet meer.
Ik weet niet precies wat er gebeurd is. Of hij zich verstapte. Of hij uitgleed. Of hij misschien gedesoriënteerd raakte onder water. Alles ging zo snel en tegelijkertijd leek de tijd stil te staan. Ik zag zijn vriendje ineens rondkijken. Ik stond op. Ik liep het water in. Ik begon zijn naam te roepen. Eerst zacht. Toen hard. Mensen kwamen erbij. Iemand belde 112! Iemand dook het water in. Nog iemand. Het duurde uiteindelijk maar een paar minuten. Maar dat zijn minuten die je de rest van je leven bijblijven.
Ze haalden hem uit het water. Er werd nog gereanimeerd, maar ik wist het al.
De weken daarna waren een waas.
De uitvaart, de kaarten, de gesprekken met zijn school, zijn voetbalclub. Zijn zusje die het allemaal maar half leek te bevatten. En ik, die het vooral níét wilde bevatten. Ik was erbij. Ik keek. Maar toch zag ik het niet gebeuren. En ja, het blijft malen in mijn hoofd. Had ik het kunnen voorkomen? Misschien. Maar dat is achteraf praten. De waarheid is: het ging razendsnel en geluidloos. En ik was er. En het gebeurde toch. Daar moet ik mee leren leven.
Wat ik vooral wil zeggen is: het gebeurt echt. En het gebeurt snel.
Niet met gillen. Niet met gespartel. Maar met een paar seconden stilte die je nooit meer vergeet.
Zijn naam was Daan.
Hij hield van Mario Kart, kippensoep en Lego. Hij was grappig, eigenwijs, en hij had net geleerd hoe je een ei bakt zonder dat het uit elkaar valt.
Hij was acht. En nu is hij er niet meer.
Elsemieke