“Kom je de dagen een beetje door?”
“Ja hoor. Ik lig nog steeds plat. Maar ik ben ondertussen wel een stichting begonnen.”
Het klinkt bijna als een grap, maar zo was het echt. Ik had mijn rug gebroken, kreeg een nieuwe wervel, en moest negen maanden revalideren. Negen maanden plat, met een korset om. Dertig minuten per dag mocht ik uit bed. De rest van de dag lag ik. Stil. En juist dáár, in die stilte, begon ik met de stichting.
Mijn eerste idee was simpel: ieder jaar een boek maken met ouders van een overleden kind. En ondertussen zou ik gewoon weer terugkeren naar mijn werk. Tenminste, dat dacht ik. Dat is nooit gebeurd. Inmiddels werk ik fulltime voor de stichting. Om een startkapitaal te krijgen vroeg ik een paar ouders om mee te helpen. Samen knutselden we kaarsjes, sleutelhangers, kaarten – alles wat maar verkocht kon worden in onze kleine webshop. Geen groot plan, gewoon beginnen. En dat begin voelde groots.
De eerste Sterrendag in Spaarndam vergeet ik nooit meer. Broertjes en zusjes maakten daar de grootste hemel-tekening ooit. Overal krijt, overal kinderen.“Mag ik een ster maken voor mijn zusje?” “En ik voor mijn broer?” En daarna die stilte. Samen keken we naar het enorme kunstwerk op de grond. Ik dacht: dít is waarom we dit doen.
Toen het eerste boek er eenmaal lag, dacht ik geen seconde: nu zijn we klaar. Nee, ik dacht meteen: er komt een tweede boek. En een jongerenkamp! En een boek met jongeren zelf!We maakten prachtige dingen mee. Maar ook… opmerkelijke dingen. Zoals vrijwilligers die enthousiast reageerden en later vroegen: “Maar… is er ook een salaris?”
En retouren die je niet verwacht:
– “Het boek is te groot.” (terwijl het gewoon A4-formaat was).
– “Het is te zwaar voor op schoot.”
– Of: “Het is verdrietiger dan ik dacht.”
Het hoort er allemaal bij. En soms hoorde ik via via: “Oh, ik sprak laatst de oprichter van jullie stichting.” Waarop ik dacht: Hè? Was ík daar? Blijkbaar zijn er mensen die zich als oprichter voordoen. Gek om te horen, maar ik weet gelukkig zelf heel goed dat ik degene was die dit ooit, vanaf bed met korset, begon. En dat maakt me vooral trots op hoe ver we samen gekomen zijn. Want tussen alle bijzondere verhalen en grappige momenten ontstond er ook iets heel waardevols: een vaste kern. Een team van vrijwilligers, ouders die bleven, mensen die hun tijd en hart gaven.
Nu, vijf jaar later, kijk ik terug met een glimlach. Op de mooie herinneringen, de verrassende anekdotes, en vooral op alles wat we samen hebben opgebouwd. In de aanloop naar ons jubileum neem ik jullie mee langs nog meer verhalen. De bijzondere, de gekke, de liefdevolle. Want dát is vijf jaar Nooit Voorbij: alles door elkaar, en allemaal even waardevol.
“Als dit de eerste vijf jaar waren, ben ik benieuwd wat de komende vijf jaar ons gaan brengen. Eén ding weet ik zeker: we blijven samen herinneringen en liefde zichtbaar maken.”