Afscheid nemen van mijn dochter

In het vorige blog heb je kunnen lezen dat Faye is overleden in de buik. Linde leeft nog wel maar heeft intensieve medische hulp nodig.

lees hier het vorige deel.

‘Ik word wakker met een steen op mijn maag, zoals iedere ochtend.

In een paar secondes zijn er al zoveel gedachtes door mijn hoofd geraasd en mijn hoofd moet nog even finetunen op welke nou ook alweer de werkelijkheid is. Ik ben zwanger. Van een tweeling. Gaat het nog goed? Wacht, ik ben bevallen. Twee meisjes? Ben ik tweelingmama? FAYE! Wacht, zij leeft niet meer. LINDE! Wacht, zij is niet hier. Hoe gaat het met haar? Leeft zij nog wel?

Het is een kwestie van slechts enkele secondes tot de harde realiteit tot me door is gedrongen. Mijn kindje is er niet meer. Mijn andere kindje ligt op de intensive care waarvan ik slechts flarden, kleine centimeters kan zien. Een lege buik. Een lege borst. Er horen kindjes in die buik. Óf op die borst.

En dan knalt ineens een nieuw besef er overheen.
Vandaag moeten we afscheid nemen van Faye.
BAM. Een mokerslag.

Ik kijk in mijn tas naar de kleren die ik mee had genomen naar het ziekenhuis. Er zit één item in wat niet standje ”chillen op een ziekenhuisbed” is. Mijn jasje met bloemetjes. Ik kan niets anders verdragen dan een joggingbroek over mijn keizersnede. Daarboven een zwart hemdje. Het zwarte strakke hemdje waar 5 dagen geleden mijn bolle buik zo mooi in uitkwam. En het bloemetjesjasje. Het bloemetjesjasje wat vanaf nu voor altijd verbonden zal zijn met het afscheid nemen van Faye.

We hebben het besproken, dit afscheid. Bovendien gerekt. Wij mochten kiezen welke dag. Misschien dinsdag, misschien woensdag. Ik overtuigde iedereen ervan dat het donderdag ging worden. Dan direct in de ochtend oké? Het was me gelukt. Ik had twee dagen met mijn dochter er bij op gesmokkeld.

Ze ziet er nog net zo gaaf uit als 4 dagen geleden. Tenminste, dat is wat ik zie. Haar neusje nog net zo zacht. Haar wangetjes koud maar vertrouwd. Ik snuif haar geur op. Geen zwitsal of versgebadderde haartjes. Maar wel helemaal Faye. Ik wil de geur vangen en voor altijd in me opslaan. En nu ik dit typ? Ik ruik het nog.

Er klopt iemand op de deur. Ik zie een glimlach. Zo’n glimlach waarin ik aflees dat ze eigenlijk niet zo goed weet wat voor houding ze aan moet nemen. Welke woorden ze moet kiezen.

Ik moet in de rolstoel, ik ben nog maar 4 dagen geleden bevallen van twee meisjes door middel van een spoedkeizersnede. Ze mag op mijn schoot. Ook dat heb ik kunnen regelen. Alles wat maar in mijn macht lag voor mijn meisje. De andere opties waren gewoon geen optie voor mij. Ze zou opgehaald worden, en wij konden dan in de kraamkamer afscheid van haar nemen. Geen haar op mijn hoofd die daar mee akkoord kon gaan. Ik zou het zelf doen. Wij. Zover als dat we konden. Zes mensen hebben zich erover gebogen of ze dit konden toestaan vanuit het ziekenhuis. Akkoord. Mijn meisje mocht op mijn schoot.

Het mandje op mijn schoot. Een dekentje over haar heen.

We komen aan bij de lift. Daar staan andere mensen. Ze weten van niets. Wellicht gaan ze op bezoek bij iemand die herstellende is van een knieoperatie, of op kraambezoek bij hun pasgeboren kleinkind. Wie zal het zeggen.

Mijn beide armen liggen om het mandje heen. Ik hou haar zo stevig vast als ik kan. Ze moesten eens weten. Zullen ze het stiekem weten? Zullen ze het lezen in mijn blik?

Tien gangen gaan we door. Achteraf gangetjes. Een paar deuren en verlaten hallen, tot we helemaal achteraan in het ziekenhuis aankomen. Een jong meisje wacht ons op. Ze wijst ons de weg naar een kamertje en ze zegt:

” Ik zal jullie even alleen laten. Kom maar weer terug wanneer jullie er klaar voor zijn, dan mag je haar aan mij geven.”

Ho, wacht. Er klaar voor zijn. Wanneer wij er klaar voor zijn. Maar kan dat? Is dat überhaupt een optie? Bestaat dat gevoel als ouder? Dat je denkt, zo, nu ben ik er klaar voor om mijn dochter uit handen te geven om haar wellicht nooit meer te kunnen zien. Het klopt gewoon niet in mijn hoofd. ERROR. Verkeerd paswoord. Probeert u het opnieuw.

Er klaar voor zijn? Het is alsof ik de helft van mijn lijf af moet geven. Mijn leven. Mijn toekomst. Mijn onbezorgdheid voor zover die nog bestond. Het is onmenselijk. Heel eerlijk? Het is écht onmenselijk. Het gaat tegen de natuur in. Het gaat tegen álles in. Het is alsof ik uit mijn lijf treed en vanaf een afstandje toekijk als een toeschouwer van een slechte film.

Ik zie mezelf staan. Aanwezig, en toch maar half. Een hulsje, leeg gerukt, uitgewrongen.

We staan in de lift. Mijn schoot is leeg. Ik ben leeg. Besta ik überhaupt nog wel? Kunnen mensen mij zien?

Andere mensen. Ze zijn overal. Ze weten van niets. Zullen ze het stiekem weten? Zullen ze het lezen in mijn blik?

Wil je weten hoe het nu met ons gaat? Op mijn instagrampagina twentytoesnl deel ik over ons leven na het verlies van Faye en de prematuur geboorte van Linde, maar ook over mijn eigen angsten en PTSS. ‘

*we hebben Faye afgegeven in het ziekenhuis waar haar tweelingzusje op dat moment op de IC voor haar leven lag te vechten. Omdat we elke dag ook bij Linde waren en 2.5 uur van huis waren hadden we een uitgestelde uitvaart geregeld. We wisten niet of we tegen die tijd Faye nog weer konden zien.

Contact

Stichting Nooit Voorbij

Deel deze blog

Afscheid nemen van mijn dochter

Scroll naar boven