Luna

Luna’s verhaal

12 maart.
Het is echt een
wonder, voor de vierde keer in twee jaar tijd ben ik zwanger! Sinds ik de hormooninjecties gebruik, raak ik elke poging zwanger. Nu lijkt er alleen een nieuw probleem te zijn; zwanger blijven.

We zijn de hoop nog niet helemaal verloren. We hebben drie keer pech gehad, maar er zijn geen afwijkingen o.i.d. gevonden wat de miskramen kan verklaren. Drie keer pech, dan moet het de vierde keer wel goed gaan toch?

Nog voordat ik zeven weken zwanger ben, heb ik al de eerste echo in het ziekenhuis. Ons kleintje blijkt het al hartstikke goed te doen. We zien het hartje duidelijk kloppen en we kunnen het zelfs al horen. Hoe bijzonder is dat! Na twee weken ga ik weer terug naar het ziekenhuis voor een echo.

Vanwege de coronaregels mag mijn man deze keer niet mee.

Alles gaat nog steeds hartstikke goed, zo goed dat we niet meer onder controle van het ziekenhuis hoeven te blijven en we over mogen stappen naar de verloskundige. Wat een mijlpaal! Opeens besef ik me hoe bijzonder de fertiliteitspoli, de artsen en de assistenten voor ons zijn geworden. Dankzij hun zit dit wondertje nu in mijn buik! Ik bedank de arts en de assistentes minstens 100 keer. En daarna loop ik de afdeling af en ren door de gangen het ziekenhuis uit, naar mijn man toe die buiten op mij staat te wachten. En ondertussen denk ik: “Hier kom ik nooit meer terug!”

26 april. Vandaag is de termijnecho bij de verloskundige. Ik zie meteen dat de baby goed gegroeid is en dat het hartje klopt. Opgelucht haal ik adem. We zijn nog nooit zo ver gekomen, dus deze keer zal het vast goed komen.

De verloskundige is erg stil tijdens het maken van de echo en ik vraag me af: “Waarom doet zij zo saai en vertelt ze geen leuke dingen over de baby?”

Na een minuut of tien stopt ze met het maken van de echo en vertelt ze ons dat ze geen goed nieuws heeft. Er zit vocht om het lijfje van de baby en er is een verdikte nekplooi, dit kan wijzen op een chronosoomafwijking. We worden met spoed verwezen naar het RadboudUMC voor een uitgebreide echo, een bloedonderzoek en eenvlokkentest. We weten niet wat ons overkomt. Hoe kan dit nou? De baby is toch goed gegroeid en het hartje klopt, dan is toch alles goed? We hebben alzo’n zwaar medisch traject en drie miskramen achter de rug, dan kan het nu toch niet weer misgaan?

Een week na de termijnecho bij de verloskundige worden we verwacht in het Radboudziekenhuis. Een week lang hebben we gehoopt en geduimd dat alles toch nog goed zou komen. Als twee gekken hebben we hele dagen tegen mijn buik gepraat om de baby en onszelf moed in te praten. En nu is het zo ver, hopelijk gaat alles goed met ons kleintje. Als eerste krijgen we een uitgebreide echo. Daarop zien we dat de baby goed gegroeid is en het hartje nog goed klopt, maar ook dat er nog vocht om de baby heen zit, dat er een beetje vocht bij de longetjes zit en dat de nekplooi flink gegroeid is. We zagen hoe ons kindje aan het spelen en bewegen was in mijn buik. En we zeiden tegen elkaar: “Ze is zo lief aan het spelen en lijkt zo vrolijk, dit kindje kan toch niet ziek zijn?”

Na de echo hebben we een gesprek met de gynaecoloog. Zij geeft aan dat het vrijwel zeker is dat ons kindje een afwijking heeft. We mogen kiezen of we verder onderzoek willen of dat we willen afwachten. Wij kiezen voor een vlokkentest. De vlokkentest valt me gelukkig reuze mee. Het deed nauwelijks zeer en het was zo gedaan. Ook deze arts vertelt ons weer dat het er allemaal echt niet goed uitziet en we ons moeten voorbereiden op het ergste.

Daarna kwam de lastigste tijd: vijf dagen wachten op de uitslag. De artsen hadden gezegd dat we uit moesten gaan van het ergste, dus gingen wij er vanuit dat we de zwangerschap zouden moeten afbreken. Hoe verdrietig ik ook was, ik wilde goed voorbereid zijn op wat misschien komen zou. Dus liet ik een proefdruk maken van een rouwkaartje, zocht ik informatie op over opbaring in het water, zocht ik vast een kistje uit voor de crematie, maakte een lijst op Spotify met muziek voor de uitvaart en zocht ik een fotograaf op die eventueel foto’s van de baby en van ons kon maken. Het was vreselijk om dit te doen, maar ik moest dit doen voor ons kindje. Als de zwangerschap inderdaad afgebroken zou worden, dan verdient ons kindje het allerbeste en allermooiste afscheid.

Vijf dagen na de vlokkentest werden we gebeld over de uitslag; we krijgen een dochter en ze heeft het Syndroom van Turner. Een dag later mochten we weer naar het Radboud toe en zouden we meer informatie krijgen. Het viel ons eigenlijk wel mee wat we te horen kregen, omdat we hadden verwacht dat ons kindje niet eens levensvatbaar zou zijn. De kans op overlijden tijdens de zwangerschap is groot, maar als ze dat overleeft dan valt er goed mee te leven. Alle symptomen van Turner zijn in principe goed te behandelen. Er wordt zelfs even vermoed dat ik het zelf ook heb, maar na onderzoek blijkt dat toch niet zo te zijn.

Voor ons was deze diagnose geen reden om de zwangerschap af te breken. We besloten ervoor te gaan en te hopen dat het goed mocht komen met ons kleine meisje. Vanaf nu krijg ik elke week een echo om te controleren of alles nog goed gaat. Week na week zien en horen we een kloppend hartje, zien we een meisje lekker spelen in mijn buik, zien we hoe zij haar duim in haar mondje stopt en lijkt het soms alsof ze naar ons zwaait.

Mijn buik groeit hard en ik heb flink last van zwangerschapskwaaltjes. Zou het dan toch goedkomen met onze kleine meid?

3 juni.

Vanmiddag hebben we de 16-wekenecho. Als mijn man thuiskomt van werk, vertel ik hem dat ik er geen goed gevoel over heb. Ik had vaak last van bandenpijn. Steeds als ik ging zitten had ik last van felle steken, maar vandaag voelde ik die steken opeens niet meer. Ik heb van alles geprobeerd, ik ben wel op 100 manieren op de bank gaan zitten,opgestaan en weer neergeploft, maar die steken zijn er echt niet meer.

Zodra de verloskundige de echo op mijn buik zet, zien we allebei dat het inderdaad niet goed is. Het hartje klopt niet meer, ze is niet meer aan het spelen, maar ze ligt ineengedoken in een hoekje. Ons meisje is overleden.

Op dat moment weet ik even niet wat er allemaal gebeurt. Hoe kan dit nou? Ze groeide toch goed? Haar hartje klopte toch goed? En ze was toch steeds zo druk aan het spelen in mijn buik? Het kan niet, ik wil dit niet.

Ons meisje mag niet dood zijn.

Het is inmiddels twee dagen geleden dat we erachter kwamen dat onze dochter is overleden in mijn buik. Mijn wens was om zo snel mogelijk te bevallen, onze verloskundige heeft dat voor ons geregeld. Ze heeft zelfs kunnen regelen dat ik in ons eigen ziekenhuis mag bevallen, zodat we niet helemaal naar Nijmegen hoeven te gaan.

Om 09.00 uur melden we ons bij de verloskamers in het ziekenhuis. We worden naar onze kamergebracht en even later komen de verloskundige en de arts uitleg geven. Elke zes uur brengt de arts pillen bij mij in, deze moeten weeën gaanopwekken. Baby’s van deze termijn worden vaak snel geboren nadat de weeën beginnen en/of de vliezen breken. Om 10.00 uur krijg ik de eerstemedicatie. Daarna lijkt het besef pas echt te komen: nu gaat het echt gebeuren, we kunnen niet meer terug, onze dochter zal geboren worden. Dit is het moment dat ik besef dat we ons meisje gaan kwijtraken. Nu kunnen we alleen maar afwachten totdat de bevalling gaat beginnen.

Al snel word ik ziek door de medicatie. Met een joggingpak aan lig ik onder vijf dekens te rillen van de kou en ik houd geen eten of drinken meerbinnen. Vanaf 13.00 uur begin ik buikpijn te krijgen, maar verder gebeurt er nog niet veel. Om 16.00 uur krijg ik de volgende medicijnen, dan beginnen al snel de weeën. De verwachting is dat de baby dan snel geboren gaat worden, maar de baarmoedermond blijft gesloten. Om 20.00 uur breken mijn vliezen, volgens de arts kan ons meisje dan elk moment geboren worden, maar ze laat nog even op zich wachten. En eigenlijk vind ik het wel heel fijn dat ze nog even in mijn buik blijft.

05-06-2021 om 21.41 uur wordt ze geboren, onze lieve Luna! Geboren met een grote lach op haar gezicht. Ze is zo lief, zo schattig, zo mooi en ze lijktecht precies op haar lieve papa. Ik blijf maar zeggen hoe lief, mooi en schattig ik haar vind. En vraag een paar keer of de andere mensen in de kamer haar ook zo mooi vinden. Ik wil graag horen dat iedereen haar net zo mooi, lief en schattig vindt, zoals ik haar vind. Want Luna is echt de aller-allermooiste.

De verpleegkundige neemt Luna mee naar de andere kant van de kamer om haar te verzorgen. De placenta wil niet loslaten en ik krijg steeds meer pijn. Ondanks de morfine die ik krijg, blijft de pijnsteeds erger worden. Rond 23.00 uur kan ik niet meer, ik ben vreselijk moe en de pijn is ondraaglijk. Er wordt nog een arts bijgehaald en er wordtbesloten dat ik met spoed naar de OK moet.

En dan moet ik Luna voor het eerst alleen achterlaten. Ik zeg tegen mijn moeder en mijn man dat ze echt niet weg mogen gaan, dan ze mij moeten beloven dat ze bij Luna blijven en goed op haar passen.

Binnen een paar minuten lig ik op de operatietafel en wordt de placenta verwijderd. Zodra ik weer terug ben op de kamer, eet, drink en douche ik zo snel mogelijk. Daarna heb ik eindelijk de tijd om Luna goed te bekijken. Wat is ze klein en wat is ze lief. Wat is het bijzonder en volmaakt, ze is helemaal af. Doordat ze een grote lach op haar gezichtje heeft, kan ik zelfs haar tongetje zien. Dat vind ik zo bijzonder. Lieve Luna, je bent prachtig!

En dan mogen we naar huis. Eindelijk kunnen we met z’n drietjes zijn.

Luna ligt middels de watermethode bij ons thuis opgebaard. Elke drie uur halen we met een grote spuit het water uit de waterbak en vullen we deze daarna weer met vers water. Door deze methode blijft Luna’s huid mooi en gaat ze weer in de foetushouding liggen, net zoals in de buik.

We hebben vier dagen de tijd totdat de crematie is. Dus vier dagen de tijd om samen te zijn en om afscheid te nemen. In die dagen komen onze families langs. Ze komen om Luna te ontmoeten, maar ook om meteen weer afscheid te nemen. Er komt een fotograaf van Stichting Still langs en zij maakt prachtige foto’s van Luna en van ons drietjes. We zitten veel bij Luna en dan luisteren we muziek, branden we kaarsjes, we houden haar handje vast, strelen haar lieve lijfje, we vertellen verhaaltjes en we geven haar kusjes. Wat is het fijn om Luna bij ons thuis te hebben, om met zijn drietjes te zijn en om voor Luna te mogen zorgen.

9 juni.
D
e dag van de crematie. Ik zet Luna vandaag in de woonkamer neer, zodat we nog zoveel mogelijk samen kunnen zijn en ik zo vaak naar haar kan kijken als ik wil. ‘s Middags halen we Luna uit de waterbak, we drogen haar voorzichtig af en leggen haar in het kistje voor de crematie. Ik stop haar in onder het zachte dekentje, we fluisteren nog wat lieve woorden naar Luna, ik geef haar een laatste kus en dan gaat de deksel op het kistje. Dit is zo vreselijk, dit zou geen enkele ouder mogen doen.

Afscheid nemen van je kind is onmogelijk. Het is ondraaglijk om je kindje een laatste kus te geven en de deksel op het kistje te doen, want dan weet je dat je je kindje nooit meer zult zien. De uitvaartbegeleider en chauffeur halen ons op. We gaan niet naar de grote aula, maar naar de kleine knusse familiekamer. We maken een mooi plekje voor Luna, met haar knuffel, kaarsjes en bloemen. We luisteren muziek en vertellen Luna hoe fijn we het vonden om voor haar te mogen zorgen, hoeveel we van haar houden en hoe erg we haar gaan missen. En dan moeten we Luna achterlaten en gaan we met z’n tweetjes naar huis. Wat voelt hetleeg, zo met zijn tweetjes. Hoe kan het nou dat we Luna alweer moesten laten gaan? Ik snap er niks van. Het enige wat ik wil, is dat Luna snel weer bij ons is.

Twee dagen later mogen we Luna haar urn al gaan ophalen. Luna krijgt een mooi plekje in ons huis. Voor altijd samen!

liefs, Jacqueline

Contact

Stichting Nooit Voorbij

Deel deze blog

Luna

Scroll naar boven